Echt herdenken van de Reformatie betekent terug naar de Bijbel en dat kost strijd. Dat was zaterdag de boodschap van een Reformatiebijeenkomst in de Duitse stad Siegen.

Deze ”Bekenntnistag” was georganiseerd door de Stadtmission Siegen-Hammerhütte in samenwerking met de Reformationsgesellschaft Heidelberg (RGH). De eerste is een vrije evangelische gemeente in de Duitse stad die de Bijbel als richtsnoer van het gemeenteleven heeft. RGH, die leden in Duitsland en Nederland heeft, wil de geestelijke erfenis van de Reformatie in het Duitse spraakgebied onder de aandacht brengen. Voortrekker van deze organisatie is Marius Timmermans, die sinds kort in Duitsland woont.

De sprekers kwamen uit diverse landen. Hoofdspreker Benedikt Peters is een internationale Bijbelleraar uit het Zwitserse Arbon. Hij sprak zaterdagmiddag en -avond en leidde zondag de kerkdienst. Ds. C. Sonnevelt, predikant van de gereformeerde gemeente van Krabbendijke en voorzitter van de stichting Vrienden van Heidelberg & Dordrecht, voerde zaterdagmiddag het woord. De Nederlandse SGP-parlementariër dr. R. Bisschop bracht een groet over.

Schrift genoeg

Peters sprak over de Reformatie en het belang van de Bijbel. Hij begon met Luther, die tijdens de rijksdag te Worms in 1521 zei dat hij zich alleen zou laten overtuigen door bewijzen uit de Heilige Schrift. Peters:

„Luther grondde zijn leer op de Bijbel. De Heilige Schrift was voor hem genoeg. Allerlei veranderingen in kerk en maatschappij ontstonden door de kracht van het Woord. De Schrift moet ook nu de enige autoriteit zijn. De leer van de Bijbel gaat vóór het leven.”

De Bijbelleraar merkt dat velen zich tegenwoordig stoten aan de waarheid van de Bijbel. De Zwitser is het er niet mee eens dat protestanten het jubileum van de Reformatie samen met rooms-katholieken vieren, maar hij constateerde ook dat „de oecumenische druk geweldig is. Wie niet meedoet, lijkt wel een vijand van de mensheid.” De vraag is volgens hem echter niet wat mensen zeggen maar wat de Schrift zegt. Hij noemde het sola Scriptura „ononderhandelbaar.” „De vraag is te allen tijde: wat zegt Gods Woord? We moeten radicaal terug naar de Schrift.”

Voor het leren verstaan van de Bijbel vindt hij preken van het grootste belang. Niet alleen Luther maar ook de andere reformatoren waren druk met het uitleggen van de Bijbel. Hij noemde met name Bullinger, de opvolger van de reformator Zwingli in Zürich, die elke week preekte op zondag, dinsdag en vrijdag. Dat het vasthouden aan Gods Woord strijd met zich meebrengt is volgens Peters niet alleen te zien aan Luther maar onder anderen ook aan John Knox, de reformator van Schotland.

Opwekking

Opwekking was het thema van ds. Sonnevelt. De predikant van Krabbendijke gaf lessen mee van de achttiende-eeuwse Amerikaanse opwekkingsprediker Jonathan Edwards. Het uiteindelijke doel van Edwards was, aldus ds. Sonnevelt, de eer van God. Daarin zit een verschil met evangelischen van deze tijd, die vooral aandacht hebben voor persoonlijke bekering en andere dingen die met henzelf te maken hebben, aldus de predikant.

„De werken van Edwards kunnen dienen als een gezonde correctie op dit op de mens gerichte Evangelie.”

Ds. Sonnevelt constateerde dat Edwards evenwichtig was. Aan de ene kant waren er mensen die alles wat er tijdens de opwekking gebeurde goed vonden. Alles wat plaatsvond moet echter getoetst worden aan de Bijbel. God verlicht het verstand van mensen. Aan de andere kant waren er personen die de opwekking mensenwerk noemden. Tegen hen zei Edwards dat er geen waar christendom is zonder een warm hart.

„Van deze uitgebalanceerde benadering is tegenwoordig veel te leren.”

Bisschop sprak over het gebed in zijn groet.

„Het gebed is het machtigste wapen in de geestelijke strijd. Ik vraag u te bidden voor de overheid. Een Reformatie wordt niet bewerkt door kracht of geweld maar door Gods Geest, in ons eigen hart, in de politiek en in de samenleving.”

Quelle: Reformatorisch Dagblad